Waterland
Vaarroutes Waterland
Een serie tochtjes over het water door een fraai veenweidegebied. De hoofdroute (route 1) is een rondgang door het oostelijk deel van Waterland en loopt van Overleek naar Monnickendam, vervolgens langs Zuiderwoude en Holysloot, door Broek in Waterland en via Watergang en het Varkensland weer terug bij af. Circa 4 uur varen, exclusief tijd voor dobberen, rondkijken etc. De route kan op elk gewenst punt worden aangevangen. Middels een tweetal ‘afstekertjes’ bij resp. Zuiderwoude (route 2) en Broek in Waterland (route 3) is de vaartijd sterk te verminderen. Verder is er nog een uitstapje opgenomen over de Uitdammer Die (route 4) en een route (route 5) van Holysloot via de Ransdorper Die en de Buikslotermeerdijk naar het Noordhollandsch Kanaal. Er is een gedetailleerde kaart met beschrijving van de routes die kan worden uitgeprint. Dankzij de Google-Maps versie van de routes zou navigeren geen probleem moeten zijn.

Download de gedetailleerde kaart met beschrijving van de routes. Geschikt om uit te printen. Handig als door felle zon de on-line versie niet goed leesbaar is.
De route is ook te volgen op je telefoon via Google Maps. Handig bij het navigeren.
Tip: zet de “satellietweergave” aan, dan zie je alle slootjes.
Download de gedetailleerde kaart met beschrijving van de route. Geschikt om uit te printen. Handig als door felle zon de on-line versie niet goed leesbaar is.
De route is ook te volgen op je telefoon via Google Maps. Handig bij het navigeren.
Tip: zet de “satellietweergave” aan, dan zie je alle slootjes.
De polder Waterland
De vaarroutes gaan door een gebied dat nu als natuurgebied wordt gewaardeerd maar geheel door de mens gevormd is. Dat begon zo’n duizend jaar geleden, in de Middeleeuwen. Toentertijd was een groot deel van West en Noord-Nederland bedekt met een metersdikke laag veen. Een groot moeras met riet, zegge (grasachtigen) en moerasbossen. Op de hogere delen groeide vooral veenmos en wat heide. Daartussen stroomden veenriviertjes. De hoogste delen van Waterland lagen in het westen, nabij het huidige Twiske. Daar vormde het veenmos dikke kussens; het waren de ‘heuvels’ van Waterland. Naar het oosten toe helde het veenpakket af en stroomden diverse veenstroompjes richting het Almere; een later met de zee in verbinding staand groot meer en voorloper van de Zuiderzee en het latere IJsselmeer. Daar was het water voedselrijker en hadden zich moerasbossen ontwikkeld. Dit is nu nog te herleiden uit geografische namen met het woord ‘woud’, zoals het dorp Zuiderwoude. In de stroomdalen groeiden behalve wat boompjes ook zegge, alsook andere grasachtigen en vooral veel riet. Een oud woord voor een moeras of drassig land is ‘broeck’. Dit is de verklaring voor de naam Broek in Waterland. Een aantal van de veenstroompjes, ‘dies’ genaamd, bestaan nog steeds en maken deel uit van de routes. Op de figuur hieronder is goed te zien hoe de dies, de veenstroompjes, als rivieren naar het oosten stromen en hoe tussen Broek in Waterland en Monnickendam een ‘dal’ lag, een moerasgebied met veel riet en zegge.
Boerenwoning aan het water, Gabriel 1838-1903

Boerenwoning aan het water, Gabriel 1838-1903
Vanaf zo’n duizend jaar geleden is dit veengebied systematisch ontgonnen, een proces dat in een paar eeuwen tijd van oost naar west verliep, zeg maar van Zuiderwoude via Broek in Waterland naar Landsmeer. Het veen werd in grote blokken ontgonnen, gedraineerd en geschikt gemaakt voor de landbouw. Oorspronkelijk voor akkerbouw. Maar door het ontwateren begon het veen in te klinken en het land te zakken. Al snel werd het daardoor te nat voor gewassen en schakelde men over naar de veeteelt.
Elk ontginningsblok heeft zijn eigen karakteristieke oriëntatie van de vele lange smalle akkertjes en sloten. In West-Waterland, waar de hogere kussens van veenmos lagen, was het goed turf winnen. Turf was vroeger zeer gewild als brandstof. Het veen werd uitgebaggerd en op de akkers te drogen gelegd om dan later tot blokken te worden gestoken. Grote delen zijn behoorlijk uitgeveend en hebben soms meer water dan land. Het Ilperveld is hier een fraai voorbeeld van. In het oostelijk deel van Waterland, waar de ‘broeken’ en de ‘wouden’ de overhand hadden was dit niet zo. Daar kan geen goede turf van worden gemaakt. Het Varkensland is hier een overgangsgebied tussen.
Met de ontginning van het veengebied daalde het land door inklinking en oxidatie. Tegelijkertijd bleef de zeespiegel gestaag stijgen (Zie Eens heel lang geleden… ) en de overlast van de Zuiderzee nam toe. De veenstroompjes werden kreken en tijdens hoog water en stormen verdween veel land. Ook werd er door de regelmatige overstromingen door de Zuiderzee klei afgezet op de lagere delen van het veen.
Historische landschapselementen binnen de Waterlandse zeedijk
Turfstekende boeren en vissers in het veen
Het land moest beschermd worden en men begon dijken aan te leggen. Waterland werd een grote polder, omringd door de Waterlandse Zeedijk. De aanleg en het onderhoud van een zeedijk is een zware last voor een dorpsgemeenschap en vaak werd hierop bezuinigd. De zeedijk is derhalve veelvuldig doorgebroken met overstromingen tot gevolg. Het kronkelige verloop van de huidige dijk en de vele ronde plassen (‘braken’ of ‘wielen’) die erlangs liggen zijn stille getuigen van deze rampen.
Ook binnenlands verdween er veelvuldig land tijdens stormen die kleine veenplassen deden uitgroeien tot grote meren zoals het Broekermeer en het Buikslotermeer. Vooral in de 17ᵉ eeuw werd aan deze afbraak van het land een halt toegeroepen en werden de meeste meren drooggelegd.
Vanaf dat moment is het landschap van Waterland eeuwenlang niet veel veranderd, behalve dat het doorging met zakken. Het oude veenlandschap, dat vroeger boven het zeeniveau uitstak, ligt nu zo’n 1 tot 1.5 meter eronder en de vroegere meren, nu droogmakerijen, liggen wel zo’n 4 tot bijna 5 meter onder zeeniveau! De veenheuvels van vroeger zijn uitgeveend, ingeklonken en liggen vaak het laagst. Zonder goed waterbeheer zou de polder Waterland al lang verdronken zijn!
De sterkste veranderingen in het landschap komen nu niet meer van ontginning en waterbeheer maar zijn het gevolg van de toenemende verstedelijking. Dorpen en steden groeien. Wegen en hoogspanningsmasten doorkruisen de polder en recentelijk is er de dreiging van de bouw van heel hoge windmolens. Dit proces kwam op gang in de jaren ’60 van de vorige eeuw en gaat gestaag door. Elke stad en elk dorp zoekt ruimte voor groei en er wordt continu geknabbeld aan de grenzen van het landelijk gebied van Waterland.
Moerasbosje. De Nieuwe Vaart nabij De Leek

Moerasbosje. De Nieuwe Vaart nabij De Leek
1. Rondje Waterland
Voor de beschrijving van deze rondgang beginnen we op de Leek, een langgerekte plas net onder Overleek en volgen de route (zie kaart) in de richting van de klok. De Leek is ontstaan vanuit een van de oude veenstroompjes van Waterland, een ‘die’ en is door stormen en de invloed van de zee behoorlijk verbreed. Hoewel de route net begonnen is, is het aan te bevelen om even koffie te gaan drinken met een lekker stuk taart in de Theetuin Overleek. Volg goed de route op de kaart en dan kom je halverwege de Leek aan de noordzijde het bordje naar de Theetuin tegen.
Aan het eind van de plas gaat de route naar rechts en wordt er over de ringvaart van de Monnickenmeerpolder gevaren. Mogelijk is dit meer ontstaan ten gevolge van een oude dijkdoorbraak toen de zeedijk nog ten westen van Monnickendam lag. Het is pas relatief recent ingepolderd, in 1864, zo’n twee eeuwen nadat de meeste grote plassen in Waterland al waren drooggelegd. Over de ringvaart varend is links goed te zien dat de polder veel lager ligt dan het veengebied aan de rechterkant, wel 3 meter lager! Veel van het veen dat daar vroeger lag is weggeslagen door de zee.
Bij de autoweg aangekomen wordt links de Broekervaart op gevaren. Deze trekvaart, waarlangs vroeger paarden de boten trokken, maakt deel uit van de ‘Zesstedenvaart’, lopend van Edam naar Amsterdam.
Blijf doorvaren, ga onder de brug door en passeer de Sint-Nicolaaskerk. Nu varen we langs de vroegere vestingwerken van de Monnickendam die in 1575 zijn aangelegd, zie ook de plattegrond hieronder. Neem nu de eerste mogelijkheid om rechtsaf de stad in te gaan, dit is de fraaie Herengracht. Daar staat ook een groen bord dat de weg naar het centrum aangeeft. Blijf de bordjes ‘doorgaande route’ volgen; zie ook de detailkaart op de routekaart.
Monnickendam, circa 1700
Lijnbaanbrug langs de Herengracht van Monnickendam

Lijnbaanbrugh langs de Herengracht van Monnickendam
Monnickendam is ontstaan door de bedijkings- en ontginningswerken rondom de monding van de Leek door de Friese monniken uit Marken. In de Leek werd een dam gelegd, met later een sluis. Die was er al in 1316. Na de oorlog tussen de Graaf van Holland met Friesland werden de monniken het gebied uitgegooid. In 1356 kreeg de vestiging stadsrechten en in 1575 werden de verdedigingswerken met poorten en bastions aangelegd. De stad is het waard om even aan te meren en te bezichtigen.
Vanaf de Herengracht loopt de route richting de Ooster Ee, een ander veenstroompje oftewel die en zo wordt Zuiderwoude bereikt. De naam ‘woude’ verwijst zeer waarschijnlijk naar de moerassenbossen die zich hier vroeger bevonden. Zuiderwoude is een overblijfsel van de allereerste ontginningsfase van het Waterlandse veengebied.
Er kan op dit punt een ‘afstekertje’ worden genomen om sneller in Broek in Waterland te komen, zie de route ‘Zuiderwoude – Broek in Waterland’ hieronder. De hoofdroute gaat onder de mooie witte brug van Zuiderwoude door en volgt het Zwet met daarlangs de dorpsstraat. Aan het eind van het dorp ligt Theetuin ’t Einde. Als die open is, is dat een goede gelegenheid voor een versnapering.

Zuiderwoude. Ophaalbrug over het Zwet

Molengouw, Broek in Waterland
Vanaf Zuiderwoude wordt rechts aangehouden en via de Zwaksloot wordt de Holysloter Die bereikt. Weer een van de veenstroompjes die nu een wat brede langgerekte plas is. Deze maakt deel uit van de ‘Waterlandse Die’ die vanaf Nieuwendam loopt. De route loopt langs Holysloot waar desgewenst even kan worden aangemeerd om bij ‘Het Schoolhuis’ wat te gebruiken. Pas op, vlak voor Holysloot ligt een modderbank dus vaar daar goed in het midden. In de zomer is er een pontje waarmee fietsers van Holysloot naar de overkant van de die worden gebracht. Even voorbij het pontje is een klein haventje waar je kan vragen om kort aan te meren. Holysloot is een van de oudste nederzettingen van Waterland. Reeds in 1342 wordt er melding gemaakt van een kapel in het dorp. De naam refereert waarschijnlijk aan hol, in de zin van diepliggend of moerassig: Holensloot. Later ook Hollensloot, Hoolesloot of Holijsloot.
Vanaf Holysloot wordt iets teruggevaren en dan de eerste sloot links ingevaren. Vaar tussen het riet door naar het Bozenmeertje, steek deze over en vaar dan via de Molengouw naar Broek in Waterland. Passeer de woonboten en blijf rechts aanhoudend de Molengouw volgen tot een T-splitsing met de Broekervaart. Ga daar linksaf en meteen daarna met het water mee rechtsaf onder de ophaalbrug met rode lichten door. Even verder wordt het Havenrak van Broek in Waterland bereikt.
Broekervaart met typische pontjes

Broekervaart met pontjes
Broek in Waterland bestond al in de 13ᵉ eeuw. In de 16ᵉ eeuw was Broek een bloeiende handelsplaats en Broeker kooplieden handelden veel met de Oostzeelanden, met name in graan. De vergaarde rijkdom werd o.a. gebruikt voor de bouw van fraaie huizen. Veel van deze huizen zijn bewaard gebleven en het is een prachtig dorp. De spitse toren van de mooie Sint-Nikolaaskerk is tijdens het varen in Waterland altijd een goed herkenningspunt.
Van Broek in Waterland wordt westwaarts gevaren over de Broekervaart, de ringvaart van de Broekermeer polder. Het Broekermeer is ontstaan vanuit een van de Waterlandse veenstroompjes. Door afslag van de oevers tijdens stormen werd het meer steeds groter.
De drie Waterlandse meren, 1628
Met het optimisme gevoed door de lucratieve droogleggingen van grote meren zoals de Beemster werd in de 17e eeuw ook met het inpolderen van de ‘drie Waterlandsche meren’ begonnen: het Buikslotermeer, het Belmermeer en het Broekermeer. Na aankoop van de gronden rondom elk meer, waar de ringdijken met aan beide zijden een ringvaart moesten worden aangelegd, werd in 1626 begonnen met de werkzaamheden. En dat viel niet mee. De kleilaag onder het veen lag te diep om uit te graven zodat de dijk op het veen werd aangelegd, met diverse verzakkingen en andere tegenslagen tot gevolg.
Uiteindelijk werden de dijken aangelegd en kon begonnen worden met het droogmalen. Een poldermolen uit die tijd kon ongeveer een hoogteverschil van 1 meter overbruggen dus er waren er voor elk meer drie molens nodig die in een ‘molengang’ met elkaar verbonden waren, zie ook de tekening van de drie Waterlandsche meren. Om wateroverlast in het ‘oude’ land te voorkomen door al dit uitgepompte water werden nabij Monnickendam twee molens gebouwd die het uitgepompte water verder uitsloegen in de Zuiderzee. In 1628 lagen de meren droog en kon met de uitgifte van de kavels worden begonnen.
Maar in plaats van vruchtbare klei waarop aardappelen konden worden verbouwd zoals in de Beemster, trof men nat, niet ingeklonken veen aan. Dus niet alleen waren de kosten van de aanleg de pan uit gestegen, de opbrengsten vielen ook tegen. En de waterhuishouding van Waterland werd ook nog eens bemoeilijkt door het wegvallen van drie belangrijke waterboezems. Waarom het gemeentebestuur van Monnickendam en de dorpsbesturen van Ransdorp, Zuiderwoude en Broek in Waterland aan dit avontuur zijn begonnen kan men zich afvragen. Pure speculatiezucht gevoed door de successen van eerdere droogmakerijen zoals de Beemster is misschien de beste verklaring.
Varkensland, met uitzicht op de kerk van Watergang

Varkensland, met uitzicht op de kerk van Watergang
Varend over de ringvaart kan men links zien hoe laag de polder ligt. Verder zijn er allerlei woonboten te bewonderen en ook de typische trekpontjes. De toegang tot de woonboten ligt aan de andere kant van de vaart dus elke woonboot heeft zijn eigen pontje die middels een kabel en spierkracht bediend wordt. Als het pontje niet gebruikt wordt zakt de kabel weer tot de bodem en heeft de scheepvaart er geen last van.
Neem de eerste sloot rechts en vaar het Varkensland in. Het is een typisch veenweidegebied en vormt de overgang naar het westelijk deel van Waterland waar de hoogste delen van het veenkussen lagen en dat sterk is uitgeveend met brede sloten en veel water. Waarom het gebied Varkensland heet is niet meer te achterhalen. Vroeger werd land met slecht groeiend gras wel vaker varkensland genoemd, want veel meer dan varkens was er niet te houden.
Het is een prachtig natuurgebied met veel vogels dat deel uitmaakt van een Natura-2000 gebied. Vanaf 15 maart tot 1 juli is het een rustgebied voor de vogels. Het is ook het gebied van de ‘vaarboeren’ want zonder boot zijn de meeste eilandjes niet te bereiken. Middels een soort landingsvaartuigen met grote klep aan de voorkant worden dieren, machines en hooi vervoerd.
Volg goed de route op de kaart want niet alle sloten zijn even goed schoongehouden en je zit anders snel in de blubber. Vanaf Varkensland loopt de route via de Nieuwe Vaart en een klein moerasbosje weer naar het beginpunt, de Leek.

Uitzicht richting de Leek vanuit Theetuin Overleek
Zuiderwoude. Kitefoto Ramon Pallares

Zuiderwoude. Kitefoto © Ramon Pallares
2. Afstekertje Zuiderwoude – Broek in Waterland
De hoofdroute gaat bij Zuiderwoude linksaf, onder de fraaie witte ophaalbrug door, het Zwet op. Er kan echter ook direct naar Broek in Waterland worden gevaren over de Kerk Ae, weer zo’n brede langgerekte plas die deel uitmaakt van de ‘dies’. Dit scheelt ongeveer drie kwartier varen. Bij het Bozenmeertje kan dan de hoofdroute weer verder worden opgepikt. Ga daar rechtsaf, richting Broek in Waterland.
Op bovenstaande foto is het dorp Zuiderwoude goed zichtbaar. De Kerk Ae loopt rechts op de voorgrond. Het water links voert naar Monnickendam.

Zuiderwoude. Ophaalbrug over het Zwet
Havenrak Broek in Waterland met ingang van Het Dee

Havenrak Broek in Waterland met ingang van Het Dee
3. Afstekertje Broek in Waterland – Overleek
De hoofdroute loopt vanaf Broek in Waterland naar de Leek via het Varkensland. Er kan echter ook worden afgestoken en direct naar de Leek worden gevaren. Dat scheelt ongeveer 50 minuten. Daarvoor wordt in Broek in Waterland over het fraaie Havenrak gevaren richting de Sint-Nicolaaskerk, die uit de 14e eeuw stamt. Passeer de kerk en vaar noordwaarts door het dorp heen over ‘Het Dee’. Zie de foto hierboven voor de ingang van deze sloot langs de kerk. Blijf ook buiten het dorp recht op het noorden af varen en passeer de Noordmeer polder. Hier liep vroeger een veenstroompje dat door stormen sterk was verbreed. Het meer werd pas relatief recentelijk drooggelegd, in 1863. Het diepste punt van de polder ligt zo’n 3 meter lager dan het omringende veenweidegebied. Doorvarend wordt weer het startpunt van deze rondgang door Waterland bereikt: de Leek.

Het Dee, Broek in Waterland
Nieuwe Gouwsloot

Nieuwe Gouwsloot
4. Route Holysloot – Buikslotermeer – Noordhollandsch Kanaal
Vanaf Holysloot kan de Holysloter Die verder westwaarts gevolgd worden. Deze oude veenstroom die uitmondde in de voormalige Zuiderzee ontsprong waarschijnlijk in het tegenwoordig ingepolderde en volgebouwde Buikslotermeer. Het is een wat minder frequent gebruikte vaarroute.
Volg de Holysloter Die en via ‘het Nauw’ wordt de Ransdorper Die bereikt, eveneens een langgerekte plas, een door afkalving van de oevers verbrede veenstroom. Daarna wordt het water weer smaller en is middels houten paaltjes de vaargeul aangegeven (zie ook bovenstaande foto van de Nieuwe Gouwsloot). Het is aan te bevelen daarbinnen te blijven want de blubber ligt op de loer om de motorkoeling te verstoren.
Links ligt Ransdorp, herkenbaar aan de afgeplatte kerktoren. In Waterland was altijd de dreiging van overstromingen. Onderstaande tekening geeft de overstroming van 1825 weer. Pas met het sluiten van de Zuiderzee middels de Afsluitdijk in 1932 was dit gevaar eindelijk geweken.
Overstroomd Ransdorp, G. Lamberts, 1825

Ringvaart Buikslotermeerpolder, met nomadenkamp, 2020
Na het passeren van een drietal bruggetjes en een stel laag hangende hoogspanningsleidingen wordt de grens van Amsterdam bereikt. Hier wordt rechtsaf geslagen en langs de volkstuinen gevaren. Aan het eind rechtsaf, de ringvaart van het Buikslotermeer op. Deze vaart loopt langs een golfterrein en het is daar goed te zien hoeveel lager de polder ligt. Het laatste stuk van de ringvaart heeft wat last van waterplanten maar de diepte is voldoende.
Rechts is de kerk van Zunderdorp zichtbaar. Na enige tijd wordt de verkeersweg langs het Noordhollandsch Kanaal bereikt. Ga daar middels het bruggetje onderdoor en sla meteen rechtsaf. Dit is een deels afgesloten watertje met wat woonboten en via een opening in de houten afsluiting, die deels in het water ligt, kan het Noordhollandsch Kanaal bereikt worden.
Vaar langzaam om goed de opening te vinden. Komende vanaf de andere kant ziet men daar een bord ‘verboden toegang’ met daaronder een bord ‘Uitgezonderd bestemmingsverkeer’. De bestemming van deze route in omgekeerde richting is Holysloot. Op het kanaal mag 9km/uur gevaren worden. Pas op, soms varen hier vrachtschepen en die hebben ruimte nodig en mogen niet gehinderd worden.
Uitdam met IJmeer en Uitdammer Die. Kitefoto Ramon Pallares

De Uitdammer Die © Ramon Pallares
5. Uitstapje over de Uitdammer Die
Komende vanuit Zuiderwoude loopt de hoofdroute westwaarts over de Holysloter Die. Er kan echter ook nog een stuk oostwaarts worden gevaren, richting Uitdam, over de Uitdammer Die tot aan de oude Waterlandse Zeedijk. De Uitdammer Die is zo’n typische brede langgerekte plas, een oude veenstroom die met het stijgen van de zeespiegel tot kreek geworden was en uitmondde in de toenmalige Zuiderzee, het latere IJsselmeer.
Bovenstaande foto geeft een beeld van Uitdam met links het hoger gelegen IJmeer en rechts de veel lager gelegen Uitdammer Die, met eilandje.
Uitdam is in de 13′ eeuw ontstaan toen er in de Uitdammer Die een dam werd gelegd. Deze dam werd deel van de Waterlandse Zeedijk. Er woonden in de Gouden Eeuw vooral schippers van de ‘scheepskamelen’. Dat zijn speciale schepen met ballasttanks die de grote VOC schepen over de ondiepte bij Pampus konden brengen. Schepen lagen daar vaak dagenlang ‘voor Pampus’ te wachten op de juiste wind die het water deed opstuwen.
Torenvalk, Foto Anton Telder
Met dank aan
Ramon Pallares, Anton Telder, het Waterlands Archief, het Rijksmuseum, OpenTopo.nl en Wikimedia
Met dank aan
Ramon Pallares, Anton Telder, het Waterlands Archief, het Rijksmuseum, OpenTopo.nl en Wikimedia
Zie ook de andere vaarroutes
Overzicht
1 – Oostzanerveld en Zaandam
2 – Zaanse Schans en Wormerveer
3 – Zaandam – Luijendijksluis en Landsmeer
4 – Ilperveld en Varkensland
5 – Monnikendam en Broek in Waterland
6 – Ilperveld
7 – Het IJ, via Zaandam en Noordzeekanaal
8 – Het IJ, via Landsmeer en Noordhollandsch Kanaal
9 – Amsterdam – Centrum
10 – Historische vaarroutes Oostzaan
11 – Waterland
12 – Eilandspolder